Sersinio Profijt werd onlangs 23 jaar, maar komt over als een zelfverzekerde routinier. ‘Dat ik beste doelman van 2016 werd, was voor mij geen verrassing.’
Leo Victor
Profijt begon in de jeugdopleiding van de huidige koploper van de Topklasse en stroomde uiteindelijk door naar de hoofdmacht van Leo Victor. ‘Dertien jaar terug, op mijn tiende, begon ik hier met keepen. In 2014 maakte ik mijn debuut in het eerste. Zenuwachtig was ik niet, want ik vond dat ik er allang klaar voor was. Ik kreeg de bekercompetitie voor mijn rekening. We wonnen de beker in dat jaar en ik de werd minst gepasseerde doelman van 2014. Een beter debuut kon ik niet maken.’
De mooiste bekroning in zijn huidige carrière was de titel ‘Beste doelman van 2016’. Profijt keek hier zelf niet van op. ‘Het was voor mij geen verrassing, maar wel voor de fans van Leo Victor. We eindigden namelijk op de derde plaats in de Hoofdklasse. Ik merkte dat het stroef ging aan het begin van de competitie, dus zette ik een doel voor mezelf. Ik heb het doel bereikt door hard te werken en het team bij elkaar te houden. Het was ook de eerste keer dat ik alle competitiewedstrijden onder de lat stond.’
A-type
In het keepersgilde worden grofweg twee soorten doelmannen onderscheiden, het R-type en A-type. Bij het R-type staat de ‘R’ voor reageren. Een voorbeeld hiervan is voormalig doelman van Frankrijk Fabien Barthez die reageerde met de meest sensationele reddingen. Profijt kwalificeert zichzelf als een A-type doelman. De ‘A’ staat hier voor anticiperen: situaties herkennen en daarop inspelen. Profijt legt uit: ‘Ik ben niet een keeper met de mooiste reddingen, maar de nul is bij mij heilig. Dit doe ik door het spel te lezen en mijn mannen op de juiste plek te krijgen. De Braziliaan Nelson Dida, van 2000-2010 actief voor AC Milan, was mijn grote voorbeeld als A-type doelman.’ Ambities heeft de doelman van Leo Victor volop. ‘Ik moet steeds een treetje hoger. Daar gaat het bij mij om. Mijn droomclub is Real Madrid, maar ik zou al blij zijn als ik bijvoorbeeld terecht kom bij FC Groningen.’
Natio
Bij Natio kreeg Profijt de mogelijkheid om aan de slag te gaan met keeperstrainer Jack Mangalie. ‘De samenwerking met Mangalie was heel leerrijk. Zijn manier van trainen was heel prettig. Niet zwaar, maar altijd prettig en nuttig. Precies wat ik nodig heb.’
Naast bezig zijn met zijn persoonlijke ontwikkeling houdt Profijt zich ook bezig met de ontwikkeling van Natio. Hij legt uit: ‘Ik heb alle respect voor mijn trainers en medespelers, maar we hebben professionele steun nodig om optimaal te presteren. Natio heeft blijvende, professionele steun nodig. Nu gebeurt dat twee maanden voor wedstrijden van Natio.’ Profijt vervolgt: ‘Spelers moeten niet alleen op het veld bezig zijn met voetbal. Er moet bijvoorbeeld standaard een gym aanwezig zijn en niet een maand voor een wedstrijd van Natio. Daarbij wil ik meer steun vanuit de overheid (niet alleen voor een wedstrijd een mooi bedrag in de pot gooien), beter management en meer eerlijkheid vanuit de bond en moet er een dubbele nationaliteit/sportpaspoort komen voor Surinaamse profvoetballers in het buitenland. Mijn opvatting is dat als je de oorlog wil winnen, je je machineguns uit het buitenland moet halen voor versterking (dubbele nationaliteit/sportpaspoort).’
Spelen voor Natio beschouwt Profijt als een eer. ‘Ik voel mij gewaardeerd en speciaal in het shirt van Suriname, omdat ik weet hoeveel keepers op zo een kans wachten. Los van dit alles voel ik ook een zware druk op mij: ‘Su’ brengen naar het WK en de Gold Cup is geen makkie. Ik kan niet spreken voor anderen, maar bij mij leeft het uitkomen voor Natio.’
In januari van het volgend jaar zal Natio eerst aantreden tegen Trinidad & Tobago (in Port of Spain) en daarna tegen Haïti (thuis) in het kader van de CONCACAF Gold Cup Play-off. ‘Het zal moeilijker zijn dan de kans die we kregen tegen Jamaica. We hebben geen enkele uitwedstrijd gewonnen in de kwalificatie, maar we blijven positief en hopen op een einde aan deze reeks tegen Trinidad & Tobago. Thuis tegen Haiti geef ik ons de beste kansen.’